 |
 |
Alle onderdelen uitgepakt.
| Leg de trappers onder het weefgetouw. Steek de bouten langs weerszijden in de gaten in de voorpoten. |
 |
 |
Plaats de lade in de gaten (in het midden van de onderegels) tussen de zijkanten van het frame. |
Schroef borgmoeren op de bouten van de lade en van de trapperbalk. Niet volledig vastzetten, ze moeten kunnen draaien |
 |
|
Zet de kettingboom op zijn plaats Doe hetzelfde met de doekboom vooraan. |
|
 |
 |
Schroef de strijkboom achteraan vast. |
Schroef de borstboom vooraan vast. |
 |
 |
Zet de palwielen op hun plaats. |
Schroef de handgrepen op doek- en kettingboom. |
 |
 |
Boven komt de blok met de wippen en schachten.
De langere plank komt aan de voorzijde. Schroef die ook met 3 houtschroeven langs weerszijden vast. |
 |
Plaats het geheel met de dwarstrappers in het getouw.
Zorg ervoor dat de dwarstrappers tussen de spijltjes
blijven zitten. |
Schroef de dwarsregel langs weerszijden vast met 2 schroeven.
Het onderste blokje van de spijltjes wordt ook langs weerszijden vastgeschroefd. |
 |
 |
Haak de lussen die in het midden van de dwarstrappers zitten, aan de haakjes van de schachten. |
Om de trappers aan te binden, verdient het aanbeveling om de veren van de wippen te ontspannen,
zodat de schachten zich in de onderste positie bevinden. |
 |
 |
Bind dan de trappers aan met Texsolv touw en rechte pennen. De trapper moet bijna tegen de grond liggen
in de onderste stand van de schachten. |
Als de trappers verbonden zijn kan je de veren weer opspannen. Je kan eventueel bijregelen door de pennetjes te versteken. |