 |
 |
Begin met het monteren van voor en achterregel en borstboom: vastschroeven aan linker kaderstuk met
inbusbouten 6 x 70 mm. Het kaderstuk met het grote gat is de rechterkant.
Zet vervolgens de doekboom op zijn plaats, met de afgeronde kant in het linker kaderstuk. |
 |
 |
Opgepast: de haakjes in de groef van doek- en kettingboom staan verschillend. |
Plaats het rechterkaderstuk er bovenop en schroef de achterregel vast. De ronde moer in de regel
moet juist zitten (zie foto inzet). |
 |
 |
Schroef de voorregel vast met een inbusbout 6 x 70 mm. |
Schuif het palwiel op het vierkante uiteinde van de doekboom. De richting van de tanden verschilt t.o.v. de kettingboom. |
 |
 |
Schroef de hefboom met pal vast met een houtdraadbout 8 x 70 mm met een platte sleutel nr 13.
Draai daarna terug een kwartslag los zodat de hefboom kan draaien. |
 |
 |
Schroef de linker en rechter geleider op de kettingboom vast met de 4 inbusbouten 6 x 40 mm. |
 |
 |
 |
Schuif de geleiders van de ketting- boom in de kaderstukken. |
Schroef de aanslagkam op de lagerblokken vast met 4 inbusbouten 6 x 70 mm. |
De effenaar past in de uitsparingen voor de kettingboom. |
|
Zorg ervoor dat de aanslagkam evenwijdig t.o.v. de voorkant loopt. |
 |
 |
Plaats de schachtblok op zijn plaats. Zet vast met 4 vleugelmoeren. |
Om te weven moet de kettingboom meer of minder naar achter vastgezet worden. |
 |
 |
 |
Hevels op de schachten zetten: schuif de houten plank omhoog.
Haal een schacht er een beetje uit, trek het houtje er af en de lus van het verbindingstouw.
Schuif een bundel hevels er op, verwijder de plastic bindertjes, schuif het touw en het houtje er terug op.
Klop eventueel het houtje met een hamer verder aan, als dat er niet helemaal op zit, kan de schacht klemmen. |
 |
 |
 |
De schachten verbinden met de hendels.
Trek de lus van de voorste schacht door het eerste gat (links van de eerste hendel van links).
Trek de lus door het gat in de hendel van links naar rechts. Haal dan de lus over de hendel.
Bij de onpare hendels gaat het touw van links naar rechts, bij de pare van rechts naar links. |
 |
 |
 |
De aanbindroeden verbinden met doekboom en kettingboom.
Per boom zijn er 5 lussen. Haak die achter een haakje van de boom, en verbind die met een lus aan de roede.
Je kan bij het opbomen de roede ook rechtstreeks in de groef van de kettingboom steken en de lussen
pas gebruiken om het laatste stuk van de ketting te kunnen weven.
Vooraan kan je desgewenst andersom werken: je moet de lussen gebruiken om de ketting te kunnen
aanbinden, maar zodra je een 30 cm weefsel hebt geweven kan je de lussen eruit trekken en de roede
in de groef van de doekboom steken. |
 |
 |
Een tweede kettingboom kan voor de eerste kettingboom gemonteerd worden met inbusbouten. |
Bij een 24-schachts weefgetouw zitten de schachten met schroefjes ineen. |
|