![]() |
![]() ![]() ![]() Home > Bindingen > Schijnpatroon |
|||||
Home
adressen, activiteiten |
Weefgetouwen
van weefraam tot grote getouwen |
Toebehoren
spoelen, rieten, hevels, scheerplanken... |
Spinnewielen
kaarden, lontwol, vlasvezels... |
Weefgarens
katoen, cotoline, chenille... |
Weven | |
Bindingen Linnenbinding Keperbinding Satijnbinding Patrooninslagen Schijnpatroon Damast Dubbelzijdig Geschiedenis Schering maken Garens berekenen Weefpatronen Weefprogramma
linnenbinding
keperbinding shadow weave variaties gebroken profiel vergoot schema's: klik rechts en kies 'afbeelding bekijken' 'afbeelding openen in ...' |
1. Schijnpatroon in linnenbindingSchijnpatronen ontstaan door bij een eenvoudige binding (meestal linnenbinding) te spelen met het afwisselen van de kleur van de draden, zowel in ketting als in inslag.We spreken dan meestal over: pare draden in kleur A, onpare draden in kleur B. Als we dat zowel in ketting als in inslag doen, bekomen we vertikale of horizontale streepjes. Die streepjes worden gevormd dorr een afwisseling van kettingpunt en inslagpunt. Het afwisselen van 2 draden kleur A en dan 2 draden kleur B, zowel in ketting als in inslag, geeft dan weer pied de poule. In het eerste voorbeeld wordt na 10 kettingdraden en na 10 inslagdraden, de kleurvolgorde omgewisseld (van rood, groen naar groen,rood). Op de plaatsen waar de kleurvolgorde omgewisseld wordt (2 draden naast elkaar in dezelfde kleur), krijgen we vertikale i.p.v. horizontale strepen, of vice versa. Het tweede voorbeeld toont een afwisseling van streepjes, pied de poule, en effen rode vlakken. Daaaronder links het klassieke 'Prince de Galles' weefsel. ![]() ![]() ![]() ![]()
2. Schijnpatroon in keperbindingOok met keperbinding kunnen e schijnpatronen weven.Het eerste voorbeeld is een keper 2/2 met gewone afwisseling van kleuren in ketting en inslag. Daarnaast een voorbeeld met een inslagkeper en een afwisseling in kleuren van telkens 2 draden. Je krijgt dan weer een pied de poule (als je met de uiste inslag start). Rechts nog een voorbeeld met een inslagkeper 4 en een afwisseling van de kleur om de 2 of om de 4 draden (uit ‘Handboek voor wevers‘). ![]() ![]() ![]()
3. Shadow weaveShadow weave is een schijnpatroon op een verspringende linnenbinding.Het is vergelijkbaar met een gewoon schijnpatroon op linnenbinding waarbij we, zowel in ketting als in inslag, om en om een donkere en een lichte draad gebruiken. Als we deze donker licht volgorde omkeren op een bepaalde plaats, dan worden horizontale strepen verticale strepen, of vice versa. Bij shadow weave veranderen we de kleurvolgorde van de draden (meestal) niet, maar we laten de linnenbinding plaatselijk 1 draad verspringen. Zo krijgen we een gelijkaardig effect, maar we hebben meer mogelijkheden. Om de andere blok krijgen we zowel in ketting als in inslag een stukje platdraad tussen de blokken. Daar gaat de inslag over 2 kettingdraden of de ketting over 2 inslagdraden (de linnenbinding verspringt er een draad). Per 2 schachten hebben we ook 2 doorhalingsgroepen en 2 betrappingsgroepen. Meestal wordt gewerkt met 4 schachten: we hebben dan 4 doorhalingsgroepen en 4 betrappingsgroepen. Maar 6 of 8 schachten geeft meer mogelijkheden. We werken met 2 kleuren, om en om te gebruiken, zowel in ketting als in inslag. ![]() ![]() ![]() In bovenstaand voorbeeld zie je dat er 4 doorhalingsgroepen zijn (hier telkens van 6 draden):
4. Shadow weave, enkele variatiesDe tekeningen hieronder laten enkele variaties zien.De eerste tekening heeft wat genoemd wordt een gewone doorhaling. Alle doorhalings- en betrappingsgroepen hebben een even aantal draden (2), behalve op de keerpunten (3 -> zie paars kadertje). Bij de tweede tekening zijn de inslagkleuren omgewisseld. Zie hoe de tekening helemaal veranderd. De derde tekening heeft een alternatieve doorhaling. Hier hebben alle doorhalings- en betrappingsgroepen een even aantal draden, ook op de keerpunten. ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() We kunnen ook werken met doorhalings- en betrappingsgroepen van een veelvoud van 2 draden. De groepen kunnen natuurlijk verschillend van grootte zijn. In deze 2 voorbeelden wordt een meervoudige aanbinding gebruikt (trappers zijn met verschillende schachten verbonden). Op deze manier is de betrapping beter leesbaar. In beide voorbeelden is de betrapping trouwens gelijkaardig aan de doorhaling.
5. Shadow weave, gebroken profielJe kan een gebroken profiel vergelijken met een gebroken keper. In de voorbeelden hierboven is de opeenvolging van de doorhalings- en betrappingsgroepen steeds in volgorde, heen of terug.Dat kan ook anders. In de 2 onderstaande voorbeelden, wordt op een bepaald moment (hier in het midden) versprongen, niet naar de volgende of de vorige groep, maar van groep B naar D, of in de tekening met 8 schachten en 8 doorhalingsgroepen, van groep A naar E. ![]() In het midden waar gebroken wordt, wordt ook de volgorde van de kleuren gewisseld, dit vormt een uitzondering op de regel dat je steeds dezelfde volgorde aanhoudt. Dat is nodig omdat er anders 2 kettingdraden of 2 inslagdraden zouden samen liggen. In bovenstaande voorbeelden is de betrapping steeds gelijkaardig aan de doorhaling (dat zie je best als je werkt met een meervoudige aanbinding). Dat maakt het ontwerpen makkelijk. Maar dat is niet de regel, dat kan natuurlijk ook anders. Bij shadowweave met 8 schachten krijg je volgende doorhalingsgroepen:
|